De muur van Midi

recensie ⭐⭐⭐⭐

Hoe leg je Bertux’ debuutroman uit? Met een citaat, hopelijk:

Aan de overkant van de leestafel zit een man een plastic tasje op te vouwen. In een paar seconden maakt hij er een volkomen vlak pakketje van. Zijn elegante handen vouwen de handvatten keurig terug, zodat ze het pakje feilloos omvatten en met een zwier alsof hij een koor dirigeert laat hij het Jumbo-gele vierkantje in een knalrode, leren rugzak glijden, waar een Louis Vuitton-logo op staat. Nep natuurlijk, LV maakt zoiets niet. ‘Knap’ zeg ik. Hij reageert niet en kijkt niet op of om.
Wat nu? Ik.
Ik moet iets, maar wat? Ik weet niets, ik zoek hulp bij de grove spanten van de LocHal en kijk naar zijn fijne handen en naar mijn boerenknuisten.
Ja! Nerveus graai ik mijn boodschappen. Daar is het! Een verfrommeld Nettorama-tasje, ook knalgeel. Ik strijk het glad en begin te vouwen. ‘Verkeerd’ hoor ik tegenover me. Yes!

De ik-figuur is Marius Kessels, een ver familielid van Marietje Kessels, een Tilburgs meisje dat in 1900 op elfjarige leeftijd vermoord werd. Later ontdekt Marius dat de vouwman zijn tas, zijn enige bezit, met een tweedehandswaarde van 9500 euro, ’s nachts met tiewraps aan zijn lichaam vastmaakt.
Bertux is een uitstekend stylist en weet je mee te voeren in de parallelle wereld waar je geen weet van hebt als je ’s morgens je voorruit staat te krabben. Gaat de voorbijfietsende man met zijn aktetas naar zijn werk of zoekt hij elke morgen een droge plek onder een brug? Wie is de man die mensen aanklampt om te vragen naar het entoptische blauweveldverschijnsel? Wat bezielt de vrouw die zich op straat krijsend beklaagt over de natte dromen van haar man en waarom wacht zij een half uur voor het stoplicht?
Bertux presenteert zijn verhaal als een thriller en inderdaad wordt er iemand gewurgd of misschien niet, maar het is de vraag of het wat uitmaakt. Hij heeft te veel mededogen met zijn personages, zodat zelfs de mogelijke moordenaars geen echte fielten zijn. Het is ook de vraag of de gekozen vorm zo gelukkig is; her en der blader je langs echte en neppe krantenartikelen, QR-codes, korrelige foto’s van een vieze huiskamer, een malle kat of een zonsondergang en zelfs boodschappenlijstjes en slechte gedichten, spul dat vaak weinig met het lopende verhaal te maken heeft.
Met die vorm en met het uitschreeuwen van het onrecht haakt hij duidelijk aan bij de Max Havelaar. Is hij de Multatuli van de eenentwintigste eeuw? Hij kan het worden. Hier en daar is zijn opzet te rommelig, maar uiteindelijk wint de klare lijn.